Drie verbazingwekkende Bredase taxi’s uit de hele wereld

Breda taxi
 

Tegenwoordig is Breda een stad aan de rand van Nederland die een bijzondere plaats inneemt in de geschiedenis van het Nederlandse motorvoertuigontwerp. In het midden van de 19e eeuw ontwikkelde de visionaire ondernemer Pieter Brade een proces voor de productie van gietijzer dat het goedkoop en toegankelijk maakte voor elke andere industriële producent. Die doorbraak, samen met nieuwe gereedschapsmachines en verbeterde productietechnieken, veranderde zijn fabriek in een technische krachtcentrale: De Smeets Carrossenmaatschappij – de oorsprong van het huidige bedrijf met de naam 'Breda' (wat ruwweg betekent 'plaats waar veel molens staan'). Een eeuw later is Breda uitgegroeid tot een van Europa's grootste fabrikanten van speciale voertuigen. Ze maken alles van bussen, militaire voertuigen en bouwmachines tot grasmaaiers en tractoren. Tegenwoordig heeft Breda zijn zinnen gezet op het worden van een leider in innovatieve bestuurdersloze mobiliteitsoplossingen.

Hoe is Breda begonnen?

Eind 19e eeuw groeide de behoefte aan een goedkoop maar sterk materiaal voor de zware bouw. Smeets uit Brade ontwikkelde samen met lokale ijzerproducenten een nieuw soort gietijzer. Het was sterk genoeg om bruggen en andere grootschalige constructies te bouwen, maar tegelijkertijd goedkoop en gemakkelijk te bewerken. Dat nieuwe materiaal opende een hele nieuwe wereld van de bouw. Het maakte Nederland wereldleider in de wegen- en spoorwegbouw – en de fabriek van Brade profiteerde natuurlijk van de nieuwe vraag. In 1901 kocht Smeets het bedrijf van Brade en doopte het om tot "Breda".

Het "cab" deel van de naam verwijst naar de geschiedenis van de stad als producent van door paarden getrokken voertuigen zoals cabines en karren. Het "Breda"-gedeelte verwijst naar de nieuwe positie van de stad als centrum voor de ijzer- en staalindustrie.

De Bredase taxi: van begin tot heden

De eerste cabine van een taxi in Breda werd ontworpen in 1894 en gebouwd in 1896. Hij had een platte carrosserie, twee verticale veren op de achteras en een toerenteller op het dashboard. Later ontwikkelde Breda een cabine met iets meer lift voor de achterwielen, zodat hij minder snel vast kwam te zitten in zachte grond – hoewel dat in Nederland niet veel uitmaakte. Het bedrijf lanceerde ook een succesvol cabinemodel met een trekhaak, en cabines met een dieselmotor en een trammotor. Dat leidde tot de eerste vrachtwagencabines, en de eerste vrachtwagens met vierwielaandrijving. Er volgden nog veel meer innovaties en het bedrijf bleef het basisontwerp verbeteren. Tegenwoordig is Breda een van Europa's grootste fabrikanten van speciale voertuigen. Ze maken alles van bussen, militaire voertuigen en bouwmachines tot grasmaaiers en tractoren.

Breda's autonome shuttle prototype: de RUCA Shuttle

Het meest recente project dat Breda heeft ontwikkeld is een autonome shuttle die gebruik maakt van een mobiel platform om door de straten van de stad te navigeren. Het bedrijf noemt het "de RUCA". De naam is Nederlands voor de "Rhinoceros", een massieve stier uit de 17e eeuw. De autonome shuttle is ontworpen voor passagiers en gebruikt een mobiel platform in plaats van een vast spoor voor navigatie. Hij heeft vier elektromotoren die de wielen aandrijven en een automatisch stuursysteem. Het "de RUCA"-project is een ander voorbeeld van hoe het bedrijf zich op de toekomst van de mobiliteit heeft gericht. Het eerste autonome shuttle-prototype werd in 2015 gebouwd, en sindsdien is het bedrijf het blijven verbeteren.

Het laatste Bredase voertuig dat we bekijken – de VDL-3 Robot Taxi

De "VDL-3" robot taxi is het laatste voertuig waar we naar kijken. Het is een conceptwagen ontwikkeld in 1991 door de Nederlandse firma "VDL", wat staat voor Vereniging voor de Verbinding van Locomotieven. De VDL-3 is gebaseerd op de Mercedes-Benz 190 E 2.5-16 vierdeurs Sedan en heeft een carrosserie die kan wisselen tussen een "vrachtwagen" en een "bus" configuratie. Geparkeerd ziet hij eruit als een gewone sedan, maar hij heeft een kleine voordeur aan weerszijden en een grote deur aan de achterzijde. De deuren gaan automatisch open wanneer de auto tot stilstand komt, waarna de passagiers via een trap instappen. De auto zelf rijdt op een zelfrijdend systeem met twee wielen en twee assen, en maakt gebruik van een GPS-navigatiesysteem om de snelste route te vinden. Het interieur van de VDL-3 is zo ontworpen dat het op een treinstation lijkt. Een boordcomputer regelt automatisch de verlichting, bewakingscamera's en andere automatische systemen.